Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Trinker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Trinker (Duits) in het Nederlands

Trinker:

Trinker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Trinker
    de drinker
    • drinker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Trinker (Alkoholiker; Alkoholikerin)
    de alcoholist; de alcoholicus
  3. der Trinker (Säufer)
    de zuiplap
    • zuiplap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Trinker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alcoholicus Alkoholiker; Alkoholikerin; Trinker
alcoholist Alkoholiker; Alkoholikerin; Trinker
drinker Trinker
zuiplap Säufer; Trinker Säufer; Trunkenold

Synoniemen voor "Trinker":


Wiktionary: Trinker

Trinker
noun
  1. jemand, der regelmäßig alkoholische Getränke in größeren Mengen zu sich nimmt

Cross Translation:
FromToVia
Trinker dronkaard drunk — drinker