Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Titular:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Titular (Duits) in het Nederlands

Titular:

Titular [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Titular (Titelträger)
    de titularis; de titelhouder; titeldrager

Titular bijvoeglijk naamwoord

  1. Titular
    titulair

Vertaal Matrix voor Titular:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
titeldrager Titelträger; Titular
titelhouder Titelträger; Titular
titularis Titelträger; Titular
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
titulair Titular