Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Teller

Vertaal Teller van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Teller:
- bord; eetbord; borden
Wiktionary:
- Teller → bord
- Teller → bord, taloor, dienblad

Duits

Uitgebreide vertaling voor Teller (Duits) in het Nederlands

Teller:

Teller [der ~] zelfstandig naamwoord

der Teller (Schild; Tafel; Wandtafel; Schultafel)
het bord; eetbord
- bord [het ~] zelfstandig naamwoord
- eetbord [znw.] zelfstandig naamwoord
der Teller
de borden
- borden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Teller:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bord	Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel	Anzeigebrett; Anzeigetafel; Reklameschild; Schultafel; Tafel; Wandtafel; Werbeschild
borden	Teller
eetbord	Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel

Wiktionary: Teller

Teller

noun

runder, meist flacher Teil des Essgeschirrs, auf dem die Speisen vor dem Verzehr angerichtet werden
- Teller → bord

Cross Translation:

From	To	Via
• Teller	→ bord; taloor	↔ dish — vessel for holding/serving food
• Teller	→ bord; dienblad	↔ plate — dish from which food is served or eaten

Verwante vertalingen van Teller

Essen auf den Teller geben