Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Tau:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tau (Duits) in het Nederlands

Tau:

Tau [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Tau (Seil; Leine)
    de touw; het touwtje
    • touw [de ~] zelfstandig naamwoord
    • touwtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Tau
    de dauw
    • dauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. Tau (Schlepptau; Schlepptrosse; Kabeltau)
    de sleeptros
  4. Tau (Trosse; Kabeltau)
    scheepstouw

Vertaal Matrix voor Tau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dauw Tau
scheepstouw Kabeltau; Tau; Trosse
sleeptros Kabeltau; Schlepptau; Schlepptrosse; Tau
touw Leine; Seil; Tau Bogenstrang
touwtje Leine; Seil; Tau Schnur; Seilchen

Synoniemen voor "Tau":


Wiktionary: Tau

Tau
noun
  1. starkes Schiffsseil aus Hanf oder Stahldraht
  2. durch Abkühlung kondensiertes Wasser

Cross Translation:
FromToVia
Tau kabel cable — large wire, rope
Tau kabel; tros cable — heavy rope or chain as used for mooring
Tau dauw dew — moisture in the air that settles on plants, etc
Tau tros hawser — cable
Tau touw rope — thick, strong string
Tau touw rope — a length of this string
Tau tau tau — Greek letter
Tau dauw roséevapeur d’eau de l’atmosphère, qui se condenser par le refroidissement devoir au rayonnement nocturne et qui se déposer surtout sur les corps qui sont mauvais conducteurs de la chaleur.