Tapferkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Tapferkeit:
- moed; onversaagdheid; dapperheid; koenheid; gewaagdheid; lef; durf; fermheid; kordaatheid; stoutmoedigheid; driestheid; onverschrokkenheid; kloekheid; vermetelheid
Wiktionary:
- Tapferkeit → dapperheid, moed, heldenmoed

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tapferkeit (Duits) in het Nederlands

Tapferkeit:

Tapferkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Tapferkeit (Kühnheit; Schneidigkeit; Tüchtigkeit; Heldentat; Stämmigkeit; Verwegenheit; Stattlichkeit; Rüstigkeit)
de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
- moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onversaagdheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- dapperheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- koenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Tapferkeit (Kühnheit; Mut; Courage; Tollkühnheit; Schneid; Wagemut; Schneidigkeit; Mumm; Gewagtheit)
de moed; de gewaagdheid; de lef; de durf
- moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gewaagdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- durf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Tapferkeit (Herzhaftigkeit; Schneidigkeit)
de fermheid; de kordaatheid
- fermheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kordaatheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Tapferkeit (Tollkühnheit; Unerschrockenheit; Mut; Kühnheit)
de stoutmoedigheid; de driestheid; de onverschrokkenheid; de koenheid; de kloekheid; de vermetelheid
- stoutmoedigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- driestheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onverschrokkenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- koenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kloekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vermetelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tapferkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dapperheid	Heldentat; Kühnheit; Rüstigkeit; Schneidigkeit; Stattlichkeit; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tüchtigkeit; Verwegenheit
driestheid	Kühnheit; Mut; Tapferkeit; Tollkühnheit; Unerschrockenheit
durf	Courage; Gewagtheit; Kühnheit; Mumm; Mut; Schneid; Schneidigkeit; Tapferkeit; Tollkühnheit; Wagemut
fermheid	Herzhaftigkeit; Schneidigkeit; Tapferkeit	Rüstigkeit; Stämmigkeit
gewaagdheid	Courage; Gewagtheit; Kühnheit; Mumm; Mut; Schneid; Schneidigkeit; Tapferkeit; Tollkühnheit; Wagemut
kloekheid	Kühnheit; Mut; Tapferkeit; Tollkühnheit; Unerschrockenheit
koenheid	Heldentat; Kühnheit; Mut; Rüstigkeit; Schneidigkeit; Stattlichkeit; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tollkühnheit; Tüchtigkeit; Unerschrockenheit; Verwegenheit
kordaatheid	Herzhaftigkeit; Schneidigkeit; Tapferkeit
lef	Courage; Gewagtheit; Kühnheit; Mumm; Mut; Schneid; Schneidigkeit; Tapferkeit; Tollkühnheit; Wagemut
moed	Courage; Gewagtheit; Heldentat; Kühnheit; Mumm; Mut; Rüstigkeit; Schneid; Schneidigkeit; Stattlichkeit; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tollkühnheit; Tüchtigkeit; Verwegenheit; Wagemut	Heldenmut
onversaagdheid	Heldentat; Kühnheit; Rüstigkeit; Schneidigkeit; Stattlichkeit; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tüchtigkeit; Verwegenheit
onverschrokkenheid	Kühnheit; Mut; Tapferkeit; Tollkühnheit; Unerschrockenheit
stoutmoedigheid	Kühnheit; Mut; Tapferkeit; Tollkühnheit; Unerschrockenheit
vermetelheid	Kühnheit; Mut; Tapferkeit; Tollkühnheit; Unerschrockenheit	Kühnheit; Leichtsinn; Tollkühnheit; Unbesonnenheit; Unüberlegtheit; Verwegenheit; Waghalsigkeit; Übermut

Synoniemen voor "Tapferkeit":

Bravour; Bravur; Courage; Edelmut; Kühnheit; Mannhaftigkeit; Mumm; Mut; Standhaftigkeit; Traute; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug

Wiktionary: Tapferkeit

Cross Translation:

From	To	Via
• Tapferkeit	→ dapperheid; moed	↔ bravery — being brave
• Tapferkeit	→ dapperheid; moed	↔ courage — quality of a confident character
• Tapferkeit	→ heldenmoed; dapperheid	↔ prowess — distinguished bravery or courage, especially in battle; heroism

Remove Ads

Vertaal Tapferkeit van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Tapferkeit (Duits) in het Nederlands

Tapferkeit:

Tapferkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Tapferkeit (Kühnheit; Schneidigkeit; Tüchtigkeit; Heldentat; Stämmigkeit; Verwegenheit; Stattlichkeit; Rüstigkeit)

die Tapferkeit (Kühnheit; Mut; Courage; Tollkühnheit; Schneid; Wagemut; Schneidigkeit; Mumm; Gewagtheit)

die Tapferkeit (Herzhaftigkeit; Schneidigkeit)

die Tapferkeit (Tollkühnheit; Unerschrockenheit; Mut; Kühnheit)

Vertaal Matrix voor Tapferkeit:

Synoniemen voor "Tapferkeit":

Wiktionary: Tapferkeit