Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Sturz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sturz (Duits) in het Nederlands

Sturz:

Sturz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sturz (Stützbalken; Träger; Tragbalken; Strebebalken)
    de latei; de steunbalk; de ligger; de stutbalk; de draagbalk
    • latei [de ~] zelfstandig naamwoord
    • steunbalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ligger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stutbalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • draagbalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sturz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draagbalk Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger
latei Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger
ligger Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger
steunbalk Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger Strebe; Strebebalken; Träger; Verstrebung
stutbalk Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger Strebe; Strebebalken; Träger; Verstrebung

Synoniemen voor "Sturz":


Wiktionary: Sturz

Sturz
noun
  1. heftiger Fall auf den Boden

Cross Translation:
FromToVia
Sturz val drop — a fall
Sturz val chute — Traductions à trier suivant le sens
Sturz latei linteau — (architecture)