Duits

Uitgebreide vertaling voor Streitfrage (Duits) in het Nederlands

Streitfrage:

Streitfrage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Streitfrage (Frage; Sache; Fall; Problem; Angelegenheit)
    het issue; de kwestie; de punt
    • issue [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • punt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Streitfrage (Streitpunkt; Streitsache)
    het twistpunt; punt van onenigheid; het strijdpunt; het geschilpunt; de strijdvraag; punt van geschil; de twistvraag; omstreden kwestie
  3. die Streitfrage (Gesichtspunkt; Blickpunkt; Zeitpunkt; )
    het standpunt; zienswijs; de perspectief; de invalshoek; het gezichtspunt; het oogpunt; de gezichtshoek

Vertaal Matrix voor Streitfrage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschilpunt Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
gezichtshoek Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt
gezichtspunt Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise
invalshoek Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt Annaeherungsart
issue Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage
kwestie Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage Affäre; Angelegenheit; Aufgabe; Auseinandersetzung; Differenz; Fall; Frage; Konflikt; Meinungsverschiedenheit; Problem; Sache; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Vorfall; Vorgang; Wortwechsel; Zwietracht; Zwischenfall
omstreden kwestie Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
oogpunt Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt
perspectief Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt Ausblick; Aussicht; Aussichtspunkt; Gesichtspunkt; Möglichkeit; Vorderaussicht
punt Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage Beurteilung; Note; Punkt; Spitze
punt van geschil Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
punt van onenigheid Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
standpunt Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Denkweise; Position; Stellungnahme
strijdpunt Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
strijdvraag Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
twistpunt Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
twistvraag Streitfrage; Streitpunkt; Streitsache
zienswijs Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
punt Grad

Synoniemen voor "Streitfrage":


Wiktionary: Streitfrage

Streitfrage
noun
  1. kwestie waarover verschil van mening bestaat