Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Strafzettel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Strafzettel (Duits) in het Nederlands

Strafzettel:

Strafzettel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Strafzettel (Strafe)
    de boete; de bekeuring; de bon
    • boete [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bekeuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Strafzettel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekeuring Strafe; Strafzettel
boete Strafe; Strafzettel Buße; Freiheitsstrafe; Gefängnisstrafe; Geldbuße; Geldstrafe; Haft; Strafe; Strafmandat; Strafstoß; Sühne; Zollstrafe
bon Strafe; Strafzettel Abschnitt; Coupon; Differenz; Empfangsschein; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest; Überweisungsschein

Synoniemen voor "Strafzettel":


Wiktionary: Strafzettel


Cross Translation:
FromToVia
Strafzettel bekeuring ticket — traffic citation