Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Stengel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stengel (Duits) in het Nederlands

Stengel:

Stengel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stengel (Stiel; Halm)
    de stengel; de halm; de steel
    • stengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • halm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • steel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Stengel (Stielen)
    de stelen
    • stelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Stengel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stengel (Schäfte)
    de stengels
    • stengels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Stengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halm Halm; Stengel; Stiel Halm
steel Halm; Stengel; Stiel Gehhilfe
stelen Stengel; Stielen Deichseln; Stiele
stengel Halm; Stengel; Stiel
stengels Schäfte; Stengel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stelen abhandenmachen; abstauben; abstäuben; enteignen; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten