Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Standard:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Standard (Duits) in het Nederlands

Standard:

Standard [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Standard (Norm; Standarte)
    de maatstaf; de standaard; de norm
    • maatstaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • standaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • norm [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Standard (Ständer; Stander; Standarte)
    de standaard; de norm
    • standaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • norm [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Standard
    de standaard
  4. der Standard

Vertaal Matrix voor Standard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maatstaf Norm; Standard; Standarte Bandmaß; Kriterium; Maßstab; Metermaß; Meßband; Zollstock; Zollstöcke
norm Norm; Standard; Standarte; Stander; Ständer Norm
standaard Norm; Standard; Standarte; Stander; Ständer Banner; Fahne; Flagge; Standarte; Wimpel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
standaard standardmäßig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
standaardinstelling Standard

Synoniemen voor "Standard":


Wiktionary: Standard


Cross Translation:
FromToVia
Standard standaard standard — level of quality
Standard maatstaf; standaard standard — something used as a measure