Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprit (Duits) in het Nederlands

Sprit:

Sprit [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sprit (Spirituosen; Alkohol; Schnaps; Gebräu; Spirituose)
    de drank; de alcohol; de spiritualiën; de opkikkertjes; sterke drank; het gedistilleerd; de alcoholica

Vertaal Matrix voor Sprit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alcohol Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit Alkohol; Gebräu; Getränk; Schnapps; Spirituosen; Spiritus
alcoholica Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit Alkoholikerin
drank Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit Gebräu; Getränk; Schnapps; Spirituosen; Trank
gedistilleerd Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit
opkikkertjes Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit
spiritualiën Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit
sterke drank Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit Gebräu; Getränk; Schnapps; Spirituosen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gedistilleerd destilliert

Synoniemen voor "Sprit":


Wiktionary: Sprit


Cross Translation:
FromToVia
Sprit alcohol; drank; alcoholische drank; sterke drank alcool — (term, Pharmacie ancienne) poudre très fine.