Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Sprechstunde:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprechstunde (Duits) in het Nederlands

Sprechstunde:

Sprechstunde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sprechstunde (Empfangstag; Besuchsstunde; Besuchszeit)
    het spreekuur
  2. die Sprechstunde (Besuchsstunde; Empfangstag; Besuchszeit)
    het bezoekuur; de bezoektijd
  3. die Sprechstunde
    de spreektijd

Vertaal Matrix voor Sprechstunde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezoektijd Besuchsstunde; Besuchszeit; Empfangstag; Sprechstunde
bezoekuur Besuchsstunde; Besuchszeit; Empfangstag; Sprechstunde
spreektijd Sprechstunde
spreekuur Besuchsstunde; Besuchszeit; Empfangstag; Sprechstunde

Wiktionary: Sprechstunde

Sprechstunde
noun
  1. diejenige Zeit, in der (zum Beispiel) ein Arzt oder Rechtsanwalt einem Patienten bzw. Klienten zur Beratung zur Verfügung steht
Sprechstunde
noun
  1. de tijd waarin een hulpverlener patiënten te woord staat