Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spion (Duits) in het Nederlands

Spion:

Spion [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spion (Reflektor)
    de reflector
  2. der Spion (Katzenauge)
    het kattenoog
  3. der Spion (Guckloch; Gucklöcher)
    het spiekgaatje; het kijkgat
  4. der Spion (Spitzel; Zuträger)
    geheim agent; politiespion

Vertaal Matrix voor Spion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geheim agent Spion; Spitzel; Zuträger
kattenoog Katzenauge; Spion Guckloch
kijkgat Guckloch; Gucklöcher; Spion
politiespion Spion; Spitzel; Zuträger
reflector Reflektor; Spion
spiekgaatje Guckloch; Gucklöcher; Spion
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
reflector Reflektor

Synoniemen voor "Spion":


Wiktionary: Spion


Cross Translation:
FromToVia
Spion mol mole — internal spy
Spion spion; spionne spy — person who secretly watches
Spion bespieder; pottekijker; spion; verspieder espion — Personne qui espionne
Spion mol taupe — Espion infiltré.