Sperre in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Sperre:
- blokkade; barricaderering; slagboom; sluitboom; afsluitboom; versperring; afsluiting; barricade; embargo; wegversperring; roadblock
Wiktionary:
- Sperre → afsluiting
- Sperre → versperring, afsluiting, barrière, heining, hek

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sperre (Duits) in het Nederlands

die Sperre (Absperrung; Wegsperre; Straßensperre)
de blokkade; barricaderering
- blokkade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- barricaderering [znw.] zelfstandig naamwoord
die Sperre (Schranke; Schlagbaum; Sperrbaum; Sperrung; Absperrung)
de slagboom; de sluitboom; afsluitboom
- slagboom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- sluitboom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afsluitboom [znw.] zelfstandig naamwoord
die Sperre (Barrikade; Sperrung; Versperrung)
de versperring; de afsluiting; de barricade
- versperring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afsluiting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- barricade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Sperre (Embargo; Ausfuhrverbot)
het embargo
- embargo [het ~] zelfstandig naamwoord
die Sperre (Straßensperre; Blokkade; Sperrung)
de wegversperring; de blokkade
- wegversperring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- blokkade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Sperre (Straßensperre; Sperrung; Barrikade; Versperrung)
roadblock; de versperring
- roadblock [znw.] zelfstandig naamwoord
- versperring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afsluitboom	Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
afsluiting	Barrikade; Sperre; Sperrung; Versperrung	Abdichten; Abschliessen; Dichten; Schliessen
barricade	Barrikade; Sperre; Sperrung; Versperrung
barricaderering	Absperrung; Sperre; Straßensperre; Wegsperre
blokkade	Absperrung; Blokkade; Sperre; Sperrung; Straßensperre; Wegsperre
embargo	Ausfuhrverbot; Embargo; Sperre
roadblock	Barrikade; Sperre; Sperrung; Straßensperre; Versperrung
slagboom	Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
sluitboom	Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
versperring	Barrikade; Sperre; Sperrung; Straßensperre; Versperrung
wegversperring	Blokkade; Sperre; Sperrung; Straßensperre

Sperre

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Sperre	→ versperring	↔ barrage — barrière qui ferme un cheminR\|daf8.
• Sperre	→ afsluiting; barrière; heining; versperring; hek	↔ barrière — assemblage de plusieurs pièces de bois ou d'autres matériaux, servir à fermer un passage.