Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Semester:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Semester (Duits) in het Nederlands

Semester:

Semester [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Semester (Halbjahr)
    het semester; het halfjaar; zes maanden
  2. Semester
    de semesters
    • semesters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Semester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halfjaar Halbjahr; Semester
semester Halbjahr; Semester
semesters Semester
zes maanden Halbjahr; Semester

Synoniemen voor "Semester":


Verwante vertalingen van Semester