Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schwengel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwengel (Duits) in het Nederlands

Schwengel:

Schwengel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schwengel (Kurbel; Pendel)
    de kruk; de slinger; de zwengel
    • kruk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • slinger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Schwengel (Kurbel; Dreschflegel)
    de zwengels
    • zwengels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. der Schwengel (Ortscheit)
    spoorstok

Vertaal Matrix voor Schwengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruk Kurbel; Pendel; Schwengel Griff; Handgriff; Hebel; Henkel; Hocker; Klinke; Krücke; Pfuscher; Schemel; Schuster; Stiel; Stümper; Türgriff; kleiner Hocker
slinger Kurbel; Pendel; Schwengel Girlande
spoorstok Ortscheit; Schwengel
zwengel Kurbel; Pendel; Schwengel
zwengels Dreschflegel; Kurbel; Schwengel

Computer vertaling door derden: