Schweinerei in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Schweinerei:
- rotzooi; bocht; troep; smerig spul; schurkachtigheid; gemeenheid; slinksheid; viezigheid; smeerlapperij; viespeukerij; zwijnerij; slonzigheid; vuil; smerigheid; vuiligheid; drab; vuilheid; zwijnenboel; morsigheid; rotstreek; schurkenstreek; gemene streek; boevenstreek
Wiktionary:
- Schweinerei → vuiligheid, zwijnenboel
- Schweinerei → vuiligheid, rotstreek

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schweinerei (Duits) in het Nederlands

Schweinerei:

Schweinerei [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schweinerei (Rommel; Kram)
de rotzooi; de bocht; de troep; smerig spul
- rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
- bocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smerig spul [znw.] zelfstandig naamwoord
die Schweinerei (Schurkerei; Gemeinheit; Gaunerstreich; Hinterlistigkeit; Schurkenstreich)
de schurkachtigheid; de gemeenheid; de slinksheid
- schurkachtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemeenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slinksheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Schweinerei (Sauerei; Dreck; Schmutzigkeit)
de viezigheid; de smeerlapperij; de viespeukerij
- viezigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smeerlapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- viespeukerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Schweinerei
de zwijnerij
- zwijnerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Schweinerei (Schmutzigkeit; Schmutz; Sauerei; Dreckigkeit)
de slonzigheid; de viespeukerij; het vuil; de viezigheid; de smerigheid; de vuiligheid; de smeerlapperij; de drab; de vuilheid; de zwijnenboel; de morsigheid
- slonzigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- viespeukerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuil [het ~] zelfstandig naamwoord
- viezigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smerigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuiligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smeerlapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- drab [de ~] zelfstandig naamwoord
- vuilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zwijnenboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- morsigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Schweinerei (Gemeinheit; Schurkenstreich; Schurkerei; Gaunerstreich; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit)
de rotstreek; de schurkenstreek; gemene streek; boevenstreek
- rotstreek [de ~] zelfstandig naamwoord
- schurkenstreek [de ~] zelfstandig naamwoord
- gemene streek [znw.] zelfstandig naamwoord
- boevenstreek [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schweinerei:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bocht	Kram; Rommel; Schweinerei	Bogen; Krümme; Krümmung; Kurve; Rundung; Schund; Suppe; Windung; Wölbung; Zeug
boevenstreek	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
drab	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Ablagerung; Bodensatz; Bodensätze; Hefe; Kaffeesatz; Niederschlag; Schlacke; Schlamm
gemeenheid	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei	Bösartigkeit; Grimm; Niederträchtigkeit; Niedrtracht; Wut; Zorn
gemene streek	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei	Trick; falscher Trick
morsigheid	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
rotstreek	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
rotzooi	Kram; Rommel; Schweinerei	Abfall; Bruch; Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutt; Schutthaufen; Sudelei; Trümmer; Trümmerhaufen; Wirrwarr
schurkachtigheid	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
schurkenstreek	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
slinksheid	Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
slonzigheid	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
smeerlapperij	Dreck; Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
smerig spul	Kram; Rommel; Schweinerei
smerigheid	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit
troep	Kram; Rommel; Schweinerei	Ansammlung; Bande; Chaos; Durcheinander; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Menschenmenge; Meute; Pfuscherei; Rummel; Sauwirtschaft; Schar; Schmiererei; Schutthaufen; Schwarm; Sudelei; Trupp; Trümmerhaufen; Volksmenge; Wirrwarr; Zusammenrottung
viespeukerij	Dreck; Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
viezigheid	Dreck; Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit
vuil	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit
vuilheid	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei; Unsauberkeit
vuiligheid	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei
zwijnenboel	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
zwijnerij	Schweinerei
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vuil		ekelhaft; faul; fett; fettig; fleckig; krätzig; lumpig; räudig; schlammig; schlampig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; stinkig; trübe; unsauber; verkommen; widerlich

Synoniemen voor "Schweinerei":

Ferkelei; Sauerei

Wiktionary: Schweinerei

Schweinerei

noun

een vuile, gemene uiting
- vuiligheid → Schweinerei; Sauerei
een bende, een vuile troep
- zwijnenboel → Schweinerei

Cross Translation:

From	To	Via
• Schweinerei	→ vuiligheid; rotstreek	↔ cochonnerie — (familier, fr) malpropreté.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Schweinerei

Schweinerei veranstalten

Remove Ads

Vertaal Schweinerei van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Schweinerei (Duits) in het Nederlands

Schweinerei:

Schweinerei [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schweinerei (Rommel; Kram)

die Schweinerei (Schurkerei; Gemeinheit; Gaunerstreich; Hinterlistigkeit; Schurkenstreich)

die Schweinerei (Sauerei; Dreck; Schmutzigkeit)

die Schweinerei

die Schweinerei (Schmutzigkeit; Schmutz; Sauerei; Dreckigkeit)

die Schweinerei (Gemeinheit; Schurkenstreich; Schurkerei; Gaunerstreich; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit)

Vertaal Matrix voor Schweinerei:

Synoniemen voor "Schweinerei":

Wiktionary: Schweinerei

Verwante vertalingen van Schweinerei