Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schweißen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schweißen (Duits) in het Nederlands

Schweißen:

Schweißen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schweißen (Schweißnaht)
    welnaden; de lassen; de lasnaden
    • welnaden [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • lasnaden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Schweißen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lasnaden Schweißen; Schweißnaht
lassen Schweißen; Schweißnaht
welnaden Schweißen; Schweißnaht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lassen schweißen; verschweißen; zusammenschweißen