Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schulter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schulter (Duits) in het Nederlands

Schulter:

Schulter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schulter
    de schouder; de schoft
    • schouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schulter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schoft Schulter Aas; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Giftnudel; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Luder; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Rabauke; Schalk; Schelm; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Weibsstück; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl
schouder Schulter

Wiktionary: Schulter

Schulter
noun
  1. Körperregion bei Wirbeltieren zwischen Halsansatz und den Schultergelenken
Schulter
noun
  1. gewricht dat een arm met de romp verbindt

Cross Translation:
FromToVia
Schulter schouder shoulder — joint between arm and torso
Schulter schouder épaule — anatomie|fr partie du corps qui attacher au cou l’articulation du bras chez l’homme et du membre antérieur chez les quadrupèdes.

Verwante vertalingen van Schulter