Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schrott:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schrott (Duits) in het Nederlands

Schrott:

Schrott [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schrott (Mischmasch; Zusammengeraffte; Dichtung; )
    de mengelmoes; het samenraapsel; het allegaartje
  2. der Schrott (altes Eisen)
    het oudroest
    • oudroest [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schrott:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allegaartje Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte
mengelmoes Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte
oudroest Schrott; altes Eisen
samenraapsel Dichtung; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Zusammengeraffte

Synoniemen voor "Schrott":

  • Altmaterial; Altmetall; Altwaren; Sekundärrohstoff; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt
  • Abfall; Ausschuss; Hausabfall; Kehricht; Müll; Unrat

Wiktionary: Schrott


Cross Translation:
FromToVia
Schrott ferroschroot ferraillevieux morceaux de fer user ou rouiller.
Schrott wrak épave — Véhicule rendu inutilisable

Verwante vertalingen van Schrott