Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schreiner (Duits) in het Nederlands

Schreiner:

Schreiner [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schreiner (Tischler)
    de schrijnwerker; de meubelmaker
  2. der Schreiner (Möbeltischler; Tischler)
    de meubelmaker
  3. der Schreiner (Zimmermann; Tischler)
    de timmerman; de schrijnwerker
  4. der Schreiner
    houtwerkers; de witwerkers
  5. der Schreiner
    kastenmaker

Schreiner [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schreiner
    de meubelmakers
  2. die Schreiner
    kastenmakers; de schrijnwerkers

Vertaal Matrix voor Schreiner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houtwerkers Schreiner
kastenmaker Schreiner
kastenmakers Schreiner
meubelmaker Möbeltischler; Schreiner; Tischler
meubelmakers Schreiner
schrijnwerker Schreiner; Tischler; Zimmermann
schrijnwerkers Schreiner
timmerman Schreiner; Tischler; Zimmermann Holzbearbeiter
witwerkers Schreiner

Synoniemen voor "Schreiner":


Wiktionary: Schreiner

Schreiner
noun
  1. beroep|nld een houtbewerker en maker van kasten en meubels

Cross Translation:
FromToVia
Schreiner timmerman carpenter — carpentry person
Schreiner timmerman joiner — maker of wooden furniture
Schreiner schrijnwerker menuisier — menu|fr Personne qui travaille le bois pour en faire des meubles ou des pièces utiles pour les bâtiments.