Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schlußteil:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlußteil (Duits) in het Nederlands

Schlußteil:

Schlußteil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schlußteil (Schlußstück)
    de finale; laatste opvoering; het sluitstuk; het slotstuk

Vertaal Matrix voor Schlußteil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
finale Schlußstück; Schlußteil Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt; Endrunde; Endspiel; Finale; Finalist
laatste opvoering Schlußstück; Schlußteil
slotstuk Schlußstück; Schlußteil
sluitstuk Schlußstück; Schlußteil