Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schlingen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlingen (Duits) in het Nederlands

Schlingen:

Schlingen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlingen
    de lussen
    • lussen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Schlingen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schlingen (Fressen)
    het schrokken

Vertaal Matrix voor Schlingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lussen Schlingen
schrokken Fressen; Schlingen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schrokken aufbrauchen; aufessen; auffressen; aufzehren; bunkeren; essen; füttern; gebrauchen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; konsumieren; laben; schlucken; speisen; stopfen; verspeisen; verwerten; verzehren; zu Abend essen