Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schließmuskel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schließmuskel (Duits) in het Nederlands

Schließmuskel:

Schließmuskel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schließmuskel (Anus; Arsch; Hintern)
    de anus; de aars; het gat
    • anus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aars [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gat [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schließmuskel
    de sluitspier

Vertaal Matrix voor Schließmuskel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aars Anus; Arsch; Hintern; Schließmuskel
anus Anus; Arsch; Hintern; Schließmuskel
gat Anus; Arsch; Hintern; Schließmuskel Aufmachung; Bresche; Dorf; Einschlag; Einschläge; Einschnitt; Kerbe; Leck; Loch; Nest; Ort; Platz; Riß; Spalte; undichte Stelle; Öffnung
sluitspier Schließmuskel

Synoniemen voor "Schließmuskel":


Wiktionary: Schließmuskel


Cross Translation:
FromToVia
Schließmuskel sfincter sphincter — band of muscle
Schließmuskel sluitspier sphincter — muscle|fr muscle annulaire qui a la faculté de se contracter et qui sert à rétrécir ou à fermer certains orifices naturels.

Computer vertaling door derden: