Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schlager:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlager (Duits) in het Nederlands

Schlager:

Schlager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlager (Spitzenreiter)
    de hits; de succesnummers
    • hits [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • succesnummers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. der Schlager (Best-seller; Erfolg; Hit; Treffer)
    het succes; de bestseller; de hit
    • succes [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bestseller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Schlager
    de schlagers
    • schlagers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. der Schlager (Hit; Treffer)
    het successtuk

Schlager [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlager (Bestseller)
    de toppers; de bestsellers
  2. die Schlager
    de successtukken

Vertaal Matrix voor Schlager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestseller Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer Bestseller; Erfolgsroman
bestsellers Bestseller; Schlager
hit Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer Hit; Klapper; Treffer ins Schwarze
hits Schlager; Spitzenreiter
schlagers Schlager
succes Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer Anschlagen; Eintippen; Erfolg; Gelingen; Glück; Hit; Klapper
succesnummers Schlager; Spitzenreiter
successtuk Hit; Schlager; Treffer Hit; Klapper
successtukken Schlager
toppers Bestseller; Schlager

Wiktionary: Schlager

Schlager
noun
  1. Handel: ein erfolgreich und viel verkauftes Produkt
  2. alles, was durchschlagenden Erfolg hat und außerordentlich schnell und leicht Verbreitung findet (ein guter Witz, ein guter Einfall)

Cross Translation:
FromToVia
Schlager hit hit — success, especially in the entertainment industry