Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schläfchen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schläfchen (Duits) in het Nederlands

Schläfchen:

Schläfchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schläfchen (Nickerchen)
    het dutje; het tukje; het uiltje
    • dutje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tukje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • uiltje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Schläfchen (Nickerchen; Mittagsruhe; Siesta)
    de siësta; het middagdutje; het middagslaapje
  3. Schläfchen (Dösen; Nickerchen)
    het dutten; gedut
    • dutten [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedut [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schläfchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dutje Nickerchen; Schläfchen
dutten Dösen; Nickerchen; Schläfchen
gedut Dösen; Nickerchen; Schläfchen
middagdutje Mittagsruhe; Nickerchen; Schläfchen; Siesta Mittagsschläfchen
middagslaapje Mittagsruhe; Nickerchen; Schläfchen; Siesta
siësta Mittagsruhe; Nickerchen; Schläfchen; Siesta
tukje Nickerchen; Schläfchen
uiltje Nickerchen; Schläfchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dutten dösen; ein Nickerchen machen; einNickerchenmachen; schlummern

Synoniemen voor "Schläfchen":