Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schenker:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schenker (Duits) in het Nederlands

Schenker:

Schenker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schenker (Donator)
    de begunstiger; de donateur; de schenker
  2. der Schenker (Geber; Spender)
    de gever; de deler; de geefster; deelster
    • gever [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • deler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geefster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • deelster [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schenker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begunstiger Donator; Schenker
deelster Geber; Schenker; Spender
deler Geber; Schenker; Spender
donateur Donator; Schenker
geefster Geber; Schenker; Spender
gever Geber; Schenker; Spender
schenker Donator; Schenker

Synoniemen voor "Schenker":

  • Gönner; Schenkender; Zuwendender