Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schanktisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schanktisch (Duits) in het Nederlands

Schanktisch:

Schanktisch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schanktisch (Theke; Ausschank)
    de bar; de spon; de tapkast; drankbuffet; de tap; de toog; het buffet
    • bar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spon [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tapkast [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drankbuffet [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buffet [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schanktisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar Ausschank; Schanktisch; Theke Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
buffet Ausschank; Schanktisch; Theke Anrichte; Büfett; Büffet; kalt Büffet
drankbuffet Ausschank; Schanktisch; Theke
spon Ausschank; Schanktisch; Theke
tap Ausschank; Schanktisch; Theke
tapkast Ausschank; Schanktisch; Theke
toog Ausschank; Schanktisch; Theke Ladentisch
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar armselig; dürr; unfruchtbar

Synoniemen voor "Schanktisch":


Wiktionary: Schanktisch


Cross Translation:
FromToVia
Schanktisch buffet; tapkast; zeebaars barcomptoir où se servent les boissons.