Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schaffen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schaffen (Duits) in het Nederlands

Schaffen:

Schaffen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schaffen (Hinkriegen)
    het gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging

Vertaal Matrix voor Schaffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevolg Hinkriegen; Schaffen Ausführen; Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Ergebnis; Folge; Folgerung; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Resultat; Troß; Wirkung
teweegbrengen Hinkriegen; Schaffen
teweegbrenging Hinkriegen; Schaffen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
teweegbrengen herbeiführen; hervorrufen; verursachen

Verwante vertalingen van Schaffen