Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Schach:
-
Wiktionary:
- Schach → schaak, schaakspel
- Schach → schaak, schaken, schaakspel
Duits
Uitgebreide vertaling voor Schach (Duits) in het Nederlands
Schach:
-
Schach
-
Schach (Schachspiel)
het schaakspel
Vertaal Matrix voor Schach:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schaak | Schach | |
schaakspel | Schach; Schachspiel |
Synoniemen voor "Schach":
Wiktionary: Schach
Schach
Cross Translation:
noun
-
strategisches Brettspiel für zwei Spieler, Kurzwort für Schachspiel
- Schach → schaak; schaakspel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Schach | → schaak | ↔ check — chess: when the king is directly threatened by an enemy piece |
• Schach | → schaken; schaakspel | ↔ chess — two-player board game |
• Schach | → schaak; schaakspel | ↔ jeu d’échecs — jeu se jouant sur un échiquier composé de 64 cases blanches et noires en alternance, chacun des deux joueurs disposant de 16 pièces. |