Schändung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Schändung:
- misbruik; oneigenlijk gebruik; verkrachting; ontering; verlaging
Wiktionary:
- Schändung → ontheiliging, heiligschennis

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schändung (Duits) in het Nederlands

die Schändung (Missbrauch; Mißbrauch; Schädigung)
het misbruik; oneigenlijk gebruik
- misbruik [het ~] zelfstandig naamwoord
- oneigenlijk gebruik [znw.] zelfstandig naamwoord
die Schändung (Vergewaltigung)
de verkrachting
- verkrachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Schändung (Verringerung; Senkung; Verminderung; Schrumpfung; Herabsetzung; Beschneidung)
de ontering; de verlaging
- ontering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verlaging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
misbruik	Missbrauch; Mißbrauch; Schädigung; Schändung	Missbrauch; Mißbrauch; unmäßiger Gebrauch
oneigenlijk gebruik	Missbrauch; Mißbrauch; Schädigung; Schändung
ontering	Beschneidung; Herabsetzung; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Verminderung; Verringerung
verkrachting	Schändung; Vergewaltigung
verlaging	Beschneidung; Herabsetzung; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Verminderung; Verringerung	Degradation; Degradierung; Demütigung; Herabsetzung; Lohnminderung; Rangerniedrigung; Schrumpfung; Senkung; Verminderung; Verringerung

Cross Translation:

From	To	Via
• Schändung	→ ontheiliging; heiligschennis	↔ desecration — act of disrespect towards sacred