Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schändung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schändung (Duits) in het Nederlands

Schändung:

Schändung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schändung (Missbrauch; Mißbrauch; Schädigung)
    het misbruik; oneigenlijk gebruik
  2. die Schändung (Vergewaltigung)
    de verkrachting
  3. die Schändung (Verringerung; Senkung; Verminderung; )
    de ontering; de verlaging
    • ontering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verlaging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schändung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misbruik Missbrauch; Mißbrauch; Schädigung; Schändung Missbrauch; Mißbrauch; unmäßiger Gebrauch
oneigenlijk gebruik Missbrauch; Mißbrauch; Schädigung; Schändung
ontering Beschneidung; Herabsetzung; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Verminderung; Verringerung
verkrachting Schändung; Vergewaltigung
verlaging Beschneidung; Herabsetzung; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Verminderung; Verringerung Degradation; Degradierung; Demütigung; Herabsetzung; Lohnminderung; Rangerniedrigung; Schrumpfung; Senkung; Verminderung; Verringerung

Wiktionary: Schändung


Cross Translation:
FromToVia
Schändung ontheiliging; heiligschennis desecration — act of disrespect towards sacred

Computer vertaling door derden: