Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Sabbern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sabbern (Duits) in het Nederlands

Sabbern:

Sabbern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Sabbern (Mondschleimm verlieren)
    kwijlen
    • kwijlen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. Sabbern
    zeveren
    • zeveren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sabbern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwijlen Mondschleimm verlieren; Sabbern
zeveren Sabbern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwijlen geifern; sabbeln; sabbern; trielen
zeveren babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; geifern; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; sabbeln; sabbern; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen; trielen