Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rufen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rufen (Duits) in het Nederlands

Rufen:

Rufen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Rufen (Ruf; Schrei; Schreien)
    de roep; het geschreeuw; het geroep
    • roep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geroep [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Rufen (Lockruf; Ruf; Schrei; )
    de lokroep; loktoon
    • lokroep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • loktoon [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rufen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geroep Ruf; Rufen; Schrei; Schreien
geschreeuw Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
lokroep Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien
loktoon Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien
roep Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Aufruf; Ausruf; Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei

Verwante vertalingen van Rufen