Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rente:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rente (Duits) in het Nederlands

Rente:

Rente [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rente (jährliche Zuwendung; Pension; Leibrente)
    het jaargeld
    • jaargeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Rente (Arbeitsunfähigkeitsrente; Pension; jährliche Zuwendung)
    a.o.w.-uitkering
  3. die Rente (Altersrente)
    de ouderdomsuitkering

Vertaal Matrix voor Rente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a.o.w.-uitkering Arbeitsunfähigkeitsrente; Pension; Rente; jährliche Zuwendung
jaargeld Leibrente; Pension; Rente; jährliche Zuwendung
ouderdomsuitkering Altersrente; Rente

Synoniemen voor "Rente":


Wiktionary: Rente

Rente
noun
  1. Altersruhegeld für Arbeiter und Angestellte

Cross Translation:
FromToVia
Rente pensioen; pension pension — regular payment due to a person in consideration of past services
Rente pensionering retirement — act of retiring, or the state of being retired
Rente pensioen retraite — Pension perçue après s’être retiré de la vie active
Rente rente revenu — Ce qu’on retirer annuellement d’un domaine, d’un emploi, d’une pension, d’une constitution de rente, etc.