Regierung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Regierung:
- regering; gouvernement; gezag; kabinet; staatsbestuur; bewind
Wiktionary:
- Regierung → regering, bewind, overheid
- Regierung → regering, overheid, bestuur, bewind, heerschappij, bevel, commando, gouvernement, koningschap, rijk, staat

Duits

Uitgebreide vertaling voor Regierung (Duits) in het Nederlands

die Regierung (Staatsführung; Staatsmacht; Sammlung; Kunstgalerie; Galerie)
de regering; het gouvernement; het gezag; het kabinet
- regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gouvernement [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
- kabinet [het ~] zelfstandig naamwoord
die Regierung (Staatsführung; Regime; Gouvernement)
het staatsbestuur; het bewind
- staatsbestuur [het ~] zelfstandig naamwoord
- bewind [het ~] zelfstandig naamwoord
die Regierung
de regering
- regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewind	Gouvernement; Regierung; Regime; Staatsführung	Regime; Staatsführung; Staatsmacht
gezag	Galerie; Kunstgalerie; Regierung; Sammlung; Staatsführung; Staatsmacht	Ansehen; Autorität; Befehlshaber; Herrschaft; Kapazität; Macht; Obrigkeit
gouvernement	Galerie; Kunstgalerie; Regierung; Sammlung; Staatsführung; Staatsmacht
kabinet	Galerie; Kunstgalerie; Regierung; Sammlung; Staatsführung; Staatsmacht	Generalstaatenkammer; Kabinett; Kammer; Sammlung; Schrank
regering	Galerie; Kunstgalerie; Regierung; Sammlung; Staatsführung; Staatsmacht
staatsbestuur	Gouvernement; Regierung; Regime; Staatsführung

Regierung

noun

leitendes Organ^[7] eines Staates
- Regierung → regering
kein Plural: das Regieren; Ausübung, Wahrnehmung staatlicher Macht nach Innen (gegenüber den Bürgern) und Außen (gegenüber anderen Staaten)
- Regierung → regering

Regierung

noun

een groep personen die de macht uitoefent
- bewind → Regierung
het geheel aan gezagvoerende lichamen
- overheid → Behörden; Obrigkeit; Regierung
een groep van personen die een land bestuurt, specifiek het staatshoofd en alle ministers
- regering → Regierung

Cross Translation:

From	To	Via
• Regierung	→ regering; overheid	↔ government — body with the power to make and/or enforce laws
• Regierung	→ bestuur; bewind; heerschappij; regering; bevel; commando	↔ commandement — À trier
• Regierung	→ regering; overheid; gouvernement; bestuur; bewind; heerschappij	↔ gouvernement — action, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
• Regierung	→ koningschap; rijk; staat; bestuur; bewind; heerschappij; regering	↔ règne — exercice du pouvoir souverain dans un état monarchique.