Rechtschaffenheit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Rechtschaffenheit:
- deugdzaamheid; degelijkheid; eerbaarheid; deugdelijkheid; onkreukbaarheid; loyaliteit; trouw; getrouwheid; trouwhartigheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Rechtschaffenheit (Duits) in het Nederlands

die Rechtschaffenheit (Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit)
de deugdzaamheid; de degelijkheid; de eerbaarheid; de deugdelijkheid
- deugdzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- degelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eerbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- deugdelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Rechtschaffenheit (Unbestechlichkeit; Integrität; Aufrichtigkeit)
de onkreukbaarheid
- onkreukbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Rechtschaffenheit (Loyalität; Treue; Redlichkeit; Aufrichtigkeit; Unbestechlichkeit)
de loyaliteit; de trouw; de getrouwheid; trouwhartigheid
- loyaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- trouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- getrouwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- trouwhartigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degelijkheid	Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit	Beständigkeit; Gediegenheit; Solidität; Stetigkeit; Tüchtigkeit; gute Qualität
deugdelijkheid	Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit	Beständigkeit; Solidität; Stetigkeit; Tüchtigkeit; gute Qualität
deugdzaamheid	Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit
eerbaarheid	Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit	Anständigkeit; Schicklichkeit; Sittsamkeit
getrouwheid	Aufrichtigkeit; Loyalität; Rechtschaffenheit; Redlichkeit; Treue; Unbestechlichkeit
loyaliteit	Aufrichtigkeit; Loyalität; Rechtschaffenheit; Redlichkeit; Treue; Unbestechlichkeit
onkreukbaarheid	Aufrichtigkeit; Integrität; Rechtschaffenheit; Unbestechlichkeit
trouw	Aufrichtigkeit; Loyalität; Rechtschaffenheit; Redlichkeit; Treue; Unbestechlichkeit	Einsatz; Ergebenheit; Hingabe; Hingebung; Treue; Widmung; Übergabe
trouwhartigheid	Aufrichtigkeit; Loyalität; Rechtschaffenheit; Redlichkeit; Treue; Unbestechlichkeit
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
trouw		loyal; treu; treugesinnt