Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rausch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rausch (Duits) in het Nederlands

Rausch:

Rausch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rausch
    de roes
    • roes [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. der Rausch
    de zwijmel
    • zwijmel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rausch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roes Rausch
zwijmel Rausch

Synoniemen voor "Rausch":


Wiktionary: Rausch

Rausch
noun
  1. Überschwang
  2. große Vielfalt
  3. mentaler und / oder körperlicher Zustand, zum Beispiel der Glückseligkeit oder auch der Verwirrung und Übelkeit, wenn Alkoholkonsum- oder Drogenkonsum Wirkung zeigen
Rausch
noun
  1. een lichte bedwelming door sterke drank, drugs, opwinding, enzovoort

Cross Translation:
FromToVia
Rausch razernij frenzy — state of wild activity or panic

Computer vertaling door derden: