Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rassel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rassel (Duits) in het Nederlands

Rassel:

Rassel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rassel (Klapper; Knarre)
    de klepel; kleppel
    • klepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kleppel [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. die Rassel (Rammler; Klapper; Plappermaul; )
    de ratel
    • ratel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. die Rassel (Klapper)
    de klepper
    • klepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. die Rassel (Knarre; Klappe; Plappertasche; Hirschböcke)
    het kinderspeeltje; de rammelaar

Vertaal Matrix voor Rassel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kinderspeeltje Hirschböcke; Klappe; Knarre; Plappertasche; Rassel
klepel Klapper; Knarre; Rassel
kleppel Klapper; Knarre; Rassel
klepper Klapper; Rassel
rammelaar Hirschböcke; Klappe; Knarre; Plappertasche; Rassel Hirsch; Hirschbock; Hirschböcke
ratel Klappe; Klapper; Plappermaul; Plappertasche; Plaudertasche; Rammler; Rassel

Wiktionary: Rassel


Cross Translation:
FromToVia
Rassel rammelaar rattle — a baby's toy