Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rückfall:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rückfall (Duits) in het Nederlands

Rückfall:

Rückfall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rückfall (Zusammenbruch; Depression; Schwäche; )
    de achteruitgang; de inzinking
  2. der Rückfall (Rezidiv)
    de recidive; de terugval
    • recidive [de ~] zelfstandig naamwoord
    • terugval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rückfall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgang Depression; Einsturz; Einstürzen; Flaute; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Zusammenbruch Niedergang; Rückgang; Untergang; Verfall
inzinking Depression; Einsturz; Einstürzen; Flaute; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Zusammenbruch
recidive Rezidiv; Rückfall
terugval Rezidiv; Rückfall

Synoniemen voor "Rückfall":