Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Quiz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Quiz (Duits) in het Nederlands

Quiz:

Quiz [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Quiz
    de quiz; kwis
    • quiz [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwis [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Quiz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwis Quiz
quiz Quiz

Synoniemen voor "Quiz":

  • Denkspiel; Puzzle; Ratespiel

Wiktionary: Quiz

Quiz
noun
  1. Frage-und-Antwort-Spiel, bei der die Antworten meist innerhalb einer vorgeschriebenen Zeit gegeben werden müssen
Quiz
noun
  1. een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden

Cross Translation:
FromToVia
Quiz quiz quiz — competition in the answering of questions