Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Putztuch:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Putztuch (Duits) in het Nederlands

Putztuch:

Putztuch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Putztuch (Scheuerlappen; Fetzen; Wischer)
    de dweil
    • dweil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Putztuch (Scheuerlappen; Lappen; Tuch; Lumpen)
    de poetslap; de lap
    • poetslap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Putztuch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dweil Fetzen; Putztuch; Scheuerlappen; Wischer
lap Lappen; Lumpen; Putztuch; Scheuerlappen; Tuch Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff; Tuch; Wisch; wertlose Zeug
poetslap Lappen; Lumpen; Putztuch; Scheuerlappen; Tuch

Synoniemen voor "Putztuch":