Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Puls:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Puls (Duits) in het Nederlands

Puls:

Puls [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Puls
    de pols
    • pols [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Puls (Herzschlag; Pulsschlag)
    de hartslag; de polsslag; de hartklop
    • hartslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • polsslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hartklop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Puls:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hartklop Herzschlag; Puls; Pulsschlag
hartslag Herzschlag; Puls; Pulsschlag
pols Puls
polsslag Herzschlag; Puls; Pulsschlag

Synoniemen voor "Puls":


Wiktionary: Puls


Cross Translation:
FromToVia
Puls pols pulse — regular beat caused by the heart
Puls pols; polsslag pouls — Battement des artères...