Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Prozeß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Prozeß (Duits) in het Nederlands

Prozeß:

Prozeß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Prozeß (Verfahren; Rechtsfall; Gerichtsverfahren; Rechtsverfahren)
    de rechtszaak; het proces; de procedure; het rechtsgeding; het geding
  2. der Prozeß
    het proces
    • proces [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Prozeß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geding Gerichtsverfahren; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Verfahren
procedure Gerichtsverfahren; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Verfahren Art; Gerichtsverfahren; Methode; Prozedur; Rechtsverfahren; Verfahren
proces Gerichtsverfahren; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Verfahren Portnummer; Prozess; verarbeiten
rechtsgeding Gerichtsverfahren; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Verfahren
rechtszaak Gerichtsverfahren; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Verfahren

Wiktionary: Prozeß


Cross Translation:
FromToVia
Prozeß rechtzaak trial — appearance at judicial court
Prozeß rechtzaak procès — instance devant un juge