Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Pluszeichen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pluszeichen (Duits) in het Nederlands

Pluszeichen:

Pluszeichen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Pluszeichen
    en; het plusteken
    • en [znw.] zelfstandig naamwoord
    • plusteken [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Pluszeichen (Additionsoperator)
    het plusteken; optellingsoperator

Vertaal Matrix voor Pluszeichen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en Pluszeichen
plusteken Additionsoperator; Pluszeichen Additionszeichen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
optellingsoperator Additionsoperator; Pluszeichen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
en plus; und

Wiktionary: Pluszeichen

Pluszeichen
noun
  1. (wiskunde, nld) het symbool + om een optelling of een positief getal aan te duiden

Cross Translation:
FromToVia
Pluszeichen plusteken plus sign — symbol + used to denote the operation of addition and to indicate that a number is positive