Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Pfeiler

Vertaal Pfeiler van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Pfeiler:
- pilaar; pijler; pijlers; steunpilaren; fundamenten; onderbouwsels
Wiktionary:
- Pfeiler → pilaar, pijler
- Pfeiler → pijler, zuil, pilaar, colonne, kolom, steunpilaar, deurpost, paal, post, stijl

Duits

Uitgebreide vertaling voor Pfeiler (Duits) in het Nederlands

Pfeiler:

Pfeiler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Pfeiler (Säule)
de pilaar
- pilaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Pfeiler
de pijler
- pijler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Pfeiler (Stützpfeiler)
de pijlers; de steunpilaren
- pijlers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- steunpilaren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
der Pfeiler (Fundierung; Stützpfeiler)
de fundamenten; onderbouwsels
- fundamenten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- onderbouwsels [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pfeiler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fundamenten	Fundierung; Pfeiler; Stützpfeiler	Grundlagen
onderbouwsels	Fundierung; Pfeiler; Stützpfeiler
pijler	Pfeiler
pijlers	Pfeiler; Stützpfeiler
pilaar	Pfeiler; Säule
steunpilaren	Pfeiler; Stützpfeiler

Synoniemen voor "Pfeiler":

Pfahl; Pflock
Strebe; Stütze; Versteifung
Mast; Pfosten; Stab; Stange; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt
Säule

Wiktionary: Pfeiler

Pfeiler

noun

Architektur, Bauwesen: ein frei oder an der Wand stehender, mehr oder minder schlanker fachterminologisch: nur prismatischer, (umgangssprachlich) auch runder Körper aus Stein, Holz, Mauerwerk, Kunststoff oder Metall zur Aufnahme von Lasten [[da
- Pfeiler → pilaar; pijler

Cross Translation:

From	To	Via
• Pfeiler	→ pijler; zuil; pilaar	↔ pillar — large post, often used as supporting architecture
• Pfeiler	→ pilaar; colonne; kolom; steunpilaar; zuil	↔ pilier — (architecture) maçonnerie\|fr ouvrage de maçonnerie en forme de grosse colonne ronde, carrée, etc., qui sert à soutenir un édifice ou quelque partie d’un édifice.
• Pfeiler	→ deurpost; paal; post; stijl	↔ poteau — pièce de bois de charpente, posée debout.