Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Partie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Partie (Duits) in het Nederlands

Partie:

Partie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Partie (Wettkampf; Wettbewerb; Spiel; )
    de wedstrijd; de partij; de concours; de strijd; de pot
    • wedstrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • concours [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Partie (Menge)
    de hoeveelheid; de partij
    • hoeveelheid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. die Partie (Satz)
    de set
    • set [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. die Partie (Runde; Spiel; Spielchen)
    het spelletje; de beurt; het rondje
    • spelletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • beurt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • rondje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Partie (Kaveling)
    de verkaveling; de kaveling
  6. die Partie
    de manche
    • manche [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Partie (Gebäude; Haus; Pfand; )
    het gebouw; het bouwwerk; het pand
    • gebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pand [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Partie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beurt Partie; Runde; Spiel; Spielchen
bouwwerk Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand
concours Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
gebouw Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand Gebäude; Haus
hoeveelheid Menge; Partie Anzahl; Menge; Quantität; Quantum; Zahl
kaveling Kaveling; Partie
manche Partie
pand Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gebäude; Gewähr; Haus; Häuser; Pfand; Schoß; Sicherheit; Unterpfand
partij Menge; Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit Bankett; Fest; Festessen; Fußball; Fußballwettkampf; Fußballwettkämpfe; Galadiner; Gruppe; Partei; Team; bestimmter Menge; festlicheMaal; politische Gruppierung; politische Partei
pot Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit Bottich; Eimer; Einsatz; Faß; Geldeinlage; Kochtopf; Kübel; Lesbe; Lesbierin; Pool; Schmortopf; Schüssel; Spielgeld; Tonne; Topf; Trog; Wanne
rondje Partie; Runde; Spiel; Spielchen Erfahrung; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Kettenring; Kreis; Ring; Runde; Rundgang; Tour; Verkehr; Zirkel; Zyklus; seine Runde machen
set Partie; Satz Menge; Satz; benannte Menge
spelletje Partie; Runde; Spiel; Spielchen
strijd Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Krieg; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank
verkaveling Kaveling; Partie Parzellierung
wedstrijd Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partij Los

Synoniemen voor "Partie":


Wiktionary: Partie

Partie
noun
  1. een spel of ronde

Cross Translation:
FromToVia
Partie lot batch — quantity of anything produced in one operation
Partie onderdeel partieportion d’un tout, morceau d’un ensemble.