Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ortung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ortung (Duits) in het Nederlands

Ortung:

Ortung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ortung (Ortsbestimmung; Stelle; Lage; Ort)
    de plaatsbepaling
  2. die Ortung (Aufenthaltsort)
    de locatie
    • locatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ortung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
locatie Aufenthaltsort; Ortung Drehort; Lagerplatz; Lokation; Ort; Platz; Standort; Stelle
plaatsbepaling Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle

Wiktionary: Ortung

Ortung
noun
  1. plaatsbepaling