Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Ordnung

Vertaal Ordnung van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ordnung:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ordnung (Duits) in het Nederlands

Ordnung:

Ordnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ordnung (System)
    de bestel; het samenstel
    • bestel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • samenstel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Ordnung (Regelmäßigkeit; Gleichmäßigkeit; Symmetrie)
    de orde; de regelmaat
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • regelmaat [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Ordnung (Vorschrift; Gesetz; Reglement; )
    de wet; het voorschrift; de regel; de regeling; het reglement; de orde
    • wet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • voorschrift [het ~] zelfstandig naamwoord
    • regel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • regeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • reglement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Ordnung (Zucht; Disziplin; Anordnung; )
    de discipline; de onderwerping; de gehoorzaamheid; de orde; de dwang; de tucht
  5. die Ordnung (Aufbau; System; Struktur; )
    de samenstelling; de opbouw; de structuur; de ordening; de organisatie; het systeem
  6. die Ordnung (Anordnung; Einteilung; Aufstellung; )
    het arrangement; de indeling; de opstelling; de schikking; de ordening; de rangschikking
  7. die Ordnung (offizielle Verordnung; Dienstordnung)
    het reglement; het dienstvoorschrift
  8. die Ordnung (Regelung; Anordnung; Fügung)
    het arrangement; de regeling
  9. die Ordnung (Regelung; Regulierung; Spielregel; Anordnung; Fügung)
    de regelgeving; de regularisatie

Vertaal Matrix voor Ordnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrangement Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Fügung; Ordnung; Regelung Arrangement
bestel Ordnung; System
dienstvoorschrift Dienstordnung; Ordnung; offizielle Verordnung
discipline Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht Disziplin; Fach; Fachgebiet; Fachwissenschaft; Sektor
dwang Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht Druck; Durchsetzung; Pression; Zwang
gehoorzaamheid Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht Anordnung; Disziplin; Folgsamkeit; Gehorsamkeit; Unterwerfung; Verordnung; Vorschrift
indeling Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Ordnung Anordnung; Layout
onderwerping Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht Anordnung; Disziplin; Folgsamkeit; Gehorsamkeit; Unterwerfung; Verordnung; Vorschrift
opbouw Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Gestaltung; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung Aufbau; Bau; Bauart; Erbauung; Errichtung; Konstruktion; Struktur; Zusammensetzung; innere Aufbau
opstelling Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Ordnung
orde Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Disziplin; Fügung; Gebot; Gesetz; Gleichmäßigkeit; Ordnung; Regel; Regelmäßigkeit; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Statut; Symmetrie; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gesellschaftsschicht; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klasse; Klub; Korporation; Kreis; Position; Rang; Rangordnung; Runde; Schicht; Stand; Verein; Vereinigung
ordening Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Gestaltung; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung
organisatie Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Gestaltung; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Instanz; Klub; Korporation; Kreis; Organisation; Runde; Stelle; Verein; Vereinigung
rangschikking Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Ordnung Rangordnung; Reihenfolge
regel Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Gebot; Gesetz; Ordnung; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Statut; Verfügung; Verordnung; Vorschrift Filter; Regel; Schreiblinie; Zeile
regelgeving Anordnung; Fügung; Ordnung; Regelung; Regulierung; Spielregel
regeling Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Fügung; Gebot; Gesetz; Ordnung; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Statut; Verfügung; Verordnung; Vorschrift Abmachung; Beilegung; Bestimmung; Einigung; Erledigung; Regeln; Regelung; Regulierung; Schadensbegleichung; Schdensregulierung; Schlichtung; Vereinbarung; Vergleich
regelmaat Gleichmäßigkeit; Ordnung; Regelmäßigkeit; Symmetrie
reglement Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Gebot; Gesetz; Ordnung; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Statut; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; offizielle Verordnung
regularisatie Anordnung; Fügung; Ordnung; Regelung; Regulierung; Spielregel
samenstel Ordnung; System
samenstelling Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Gestaltung; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung Aufbau; Bau; Bauart; Erbauung; Errichtung; Kombination; Konstruktion; Struktur; Unterteile; Zusammensetzung; Zusammenstellung; innere Aufbau
schikking Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Ordnung Abmachung; Beilegung; Bestimmung; Einigung; Erledigung; Maßnahme; Regeln; Regelung; Regulierung; Schlichtung; Vereinbarung; Vergleich
structuur Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Gestaltung; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung Aufbau; Bau; Bauart; Baum; Erbauung; Errichtung; Konstruktion; Struktur; Zusammensetzung; innere Aufbau
systeem Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Gestaltung; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung System
tucht Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
voorschrift Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Gebot; Gesetz; Ordnung; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Statut; Verfügung; Verordnung; Vorschrift Anweisung; Instruktion; Richtlinie
wet Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Gebot; Gesetz; Ordnung; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Statut; Verfügung; Verordnung; Vorschrift Gesetz

Synoniemen voor "Ordnung":


Wiktionary: Ordnung

Ordnung
noun
  1. een organisatie die als systeem een bepaald doel op een bepaalde manier dient
Cross Translation:
FromToVia
• Ordnung → volgorde ↔ order — arrangement, disposition
• Ordnung → orde ↔ order — good arrangement
• Ordnung → orde ↔ order — highest exponent in a polynomial
• Ordnung → systeem; stelsel ↔ system — collection of organized things
• Ordnung → discipline; gesel ↔ discipline — (vieilli) méthode d’instruction et d’éducation.
• Ordnung → orde ↔ ordre — Relation entre des éléments d’un ensemble

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Ordnung







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0770 seconde
Page rendered in 1.0 seconds