Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Oberschenkel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Oberschenkel (Duits) in het Nederlands

Oberschenkel:

Oberschenkel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Oberschenkel (Schenkel)
    femur; de dij; dikke deel van bovenbeen

Vertaal Matrix voor Oberschenkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dij Oberschenkel; Schenkel Schenkel; Schinken
dikke deel van bovenbeen Oberschenkel; Schenkel
femur Oberschenkel; Schenkel

Synoniemen voor "Oberschenkel":


Wiktionary: Oberschenkel

Oberschenkel
noun
  1. anatomie|nld een dikke dij van een mens

Cross Translation:
FromToVia
Oberschenkel dij; bovenbeen thigh — upper leg
Oberschenkel dij; bovenbeen cuisse — Partie du membre inférieur allant de la hanche au genou.